Biografie

HENRI PLAS

17 oktober 1933, Jette – 28 augustus 2011, Elsene.
Brussels tekenaar, schilder en steendrukker. 

· Henri Plas is van jongs af aan bezeten door tekenen en volgt avondles tekenen in Ganshoren van zijn 10 tot 12 jaar.

· Hij stopt met de school op 13-jarige leeftijd omdat de gezinssituatie op het einde van de oorlog zo moeilijk was, ook al door de gezondheidsproblemen van zijn vader. Hij zou alleen de zorg van het gezin op zich nemen.

· 1947: hij is dan 14 en kan als leerling-tekenaar aan de slag in een drukkerij. Hij is er vooral een onderschat duiveltje-doet-al en mist zijn makkers en de straat. Hij bloeit hij er niet open zoals een jongen van die leeftijd zou moeten.

Maar datzelfde jaar vindt hij een betere job als ontwerper bij een reclamebureau en schrijft hij zich in aan de Academie van Molenbeek. Het is de start van zijn carrière als grafisch ontwerper in verschillende Brusselse studio’s.

· Hij wordt leerling-tekenaar bij ‘Presses Tilbury’ in Elsene: hij leert er letters maken en zetten en foto’s retoucheren.

· Op 18-jarige leeftijd gaat hij werken bij Sabena als grafisch ontwerper op de reclameafdeling.

· Hij doet zijn militaire dienst (2 jaar) bij de Militaire Politie waar hij de wervings- en informatiebrochures maakt.

· Na zijn ontslag bij Sabena start hij als reclameontwerper bij het reclamebureau Van Ypeco waar hij loten ontwerpt en de tekeningen van de andere ontwerpers van het bureau afwerkt en drukklaar maakt.

 · 2 jaar later wordt hij artdirector in het reclamebureau McCann Erikson: hij bedenkt en werkt er campagnes uit voor Coca-Cola, Goodyear, British Petroleum… Hij blijft er tot de Wereldtentoonstelling in 1958.

· Op zijn 26ste gaat hij aan de slag als studiochef bij Advertising International, een Brits-Amerikaans reclamebureau.

· 30 juli 1955: hij huwt met Lucienne Halet, illustratice bij Femmes d’aujourd’hui (Het Rijk der Vrouw).

· 7 oktober 1959: geboorte van hun eerste zoon, Thierry.

· Vanaf 1959 begon hij, naast zijn werk in de reclame, te schilderen, zich ervan bewust dat hij zichzelf niet volledig kon ontplooien door “alleen maar allerlei soorten producten te tekenen”.

· Zijn eerste ontmoeting met de schilder Jean Boquet blijkt beslissend: hij begrijpt dat schilderen een noodzaak voor hem is.

· 1962: eerste solotentoonstelling met tekeningen in de Galerie de L’Escalier – Brussel. 

· 1963: eerste tentoonstelling van schilderijen in de Galerie de la Madeleine – Brussel. 

· 1963: sticht samen met zijn vrouw een eigen teken- en reclamestudio.

· 1975-1976 > 1979: stelt drie jaar niet tentoon en sluit zich op in zijn nieuw atelier aan de Vleurgatsesteenweg, waar hij onophoudelijk schildert.

· 1984: hij stopt in de reclamewereld en wijdt zich volledig aan het schilderen.


“Wanneer ik schilder, denk ik aan het leven, waarin ik evenveel beslissingen maak als in mijn schilderij. Zodat mijn levens – zowel dat als schilder als mijn hele leven – uiteindelijk allebei getuige worden van het evenwicht van de ander.” 
JACQUES COLLARD – in POURQUOI PAS? – 1974

Laureaat van de Prix Louis Schmidt – 1966 (met het werk Le bateau se meurt).
· Zijn werk ‘Destruction’ wordt op 7 januari 1967 overhandigd aan de winnaar van de Prix de l’Union de la Critique Cinématographique 1966 (UCC). De meeste stemmen gaan naar ‘Loves of a blonde’ van Milos Forman.
· Lid van het Comité National des Arts Plastiques (CNAP).
· Lid-kunstenaar van de Provinciale Commissie Cultuur en Schone Kunsten (Brabant), sectie schilderkunst.
· Laureaat van de Prix Anto-Carte in 1970.
· ‘Évocation audio-visuelle’ over het leven en werk van Henri Plas, gaat in première op 20 november 1970. Op een drievoudig scherm voor de vernissage van de solotentoonstelling in de Galerie Albert Ier (20 november – 2 december 1970). We zien de kunstenaar in zijn wijk, aan het werk, zijn schilderijen, met voice-over commentaar. Het is een documentaire van de Belgische cineast André Cavens, bijgestaan ​​door J.-P. Godefroid. De pers heeft zoiets nog nooit gezien en de reacties zijn laaiend enthousiast.
· ‘Évocation audio-visuelle’ wordt een tweede keer vertoond in Doornik in de Halle-aux-Draps, in 1972, als hommage aan de overleden André Cavens, en gaat samen met een expo van Henri Plas. 
· Robert Merle, laureaat van de Prix Franz Hellens 1974 ontvangt een werk van Henri Plas.
· Lid van de kunstenaarskring Artes Bruxellae.


Werk in openbare collecties

· Prentenkabinet (KBR Brussel).
· Kunstpatrimonium van Provincie Brabant.
· Gemeente Jette en Etterbeek.

Werk in heel wat Belgische en buitenlandse privécollecties.



“De schilderijen van Henri Plas zijn tegelijk ook intieme landschappen met een gevoeligheid die zoekt naar gelijkenissen met ruimte, lucht en licht. Het pittoreske drijft weg en en de werkelijkheid vervaagt voor het bewustzijn van het universum.”Paul Caso – in Le Soir, 1963

“Dit alles voelt men diep, ook al wordt het niet letterlijk uitgedrukt. Maar het klinkt op de een of andere manier muzikaal, met brede en krachtige sensuele melodieën die wonderen verrichten in strikt picturale zin.”L.D.H. (Desprechins) – in La Libre Belgique – april 1968

“Wat ongekend is en nieuwe horizonten opent voor Henri Plas, is deze plotselinge invasie van oppervlakken door personages, gezichten en lichamen van vrouwen, perfect geïntegreerd in de opbouw. Er zit een mysterieus element in deze ervaring die HenriPlas tot een bevlogen alchemist maakt. Het menselijke element en het element van de krachten van de aarde verrijken elkaar onderling. Krachten super sensueel uit het modderige slib opduiken.”Alain Viray – in La Dernière Heure – april 1968

“De opwinding steunt op tonische, onwerkelijke architectuur, met de angstaanjagende verschijning van een monumentale vrouwelijkheid die samengaat met een gescheurd gordijn, rode sluiers en een gebroken spiegel. Het rood schreeuwt het uit maar er zijn ook zachte tinten, flitsen van zilverwit en schaduwen die misschien uitmonden in bezinning en eenzaamheid.”
Paul Caso – in Le Soir – februari 1979

“Natuurlijk geeft hij niet toe aan wat gemakkelijk is. Hij vleit het publiek niet met lieve verleidingen. Integendeel, hij begeeft zich voortdurend op de rand van de afgrond en speelt sluw met de razende elementen en een ingehouden passie. Maar we smaken dit spel met risico, met trots en de manier waarop hij speelt met een rillend wit, met een diep zwart, met een razend rood. Dit is kunst dus van hoge kwaliteit, ernstig, bedachtzaam, bezwaard met ernstige emotie en die de verdienste heeft van originaliteit en waardigheid.”Stéphane Rey – in La Libre Belgique – 28 januari 1983

“Aan de ene kant de steen, mooi door zijn grilligheid en zijn tussenliggende diepten. En aan de andere kant, een vrouwelijk lichaam: als ik langzaam de steen inga tot de verwarring, voel ik de weerstand van het lichaam. Een lichaam dat hier niet is maar dat van een begeerde Eva of een zielloos model.”
Guy Gilsoul, uitnodiging voor de expo in de Galerie Montjoie, april 1990